Wat is de impact van AI op de toekomst van werk? Die vraag wordt beantwoord in een goed stuk van Stanford Social Innovation Review, dat ik voor je samenvat.
Zo verandert AI ons werk
Het is de vraag of kunstmatige intelligentie ongelijkheid vergroot of verkleint. AI wordt nu voornamelijk gebruikt om taken of banen te automatiseren. Daarmee zou de kloof tussen arbeid en kapitaal nog groter worden – en de ongelijkheid op de arbeidsmarkt alleen maar toenemen.
Er is een alternatief denkbaar. Kunstmatige intelligentie zou ingezet kunnen worden voor het creëren van nieuwe taken en mogelijkheden voor mensen, in plaats van de mens buitenspel te zetten. Het lijkt er echter op dat dit tweede scenario steeds verder uit beeld verdwijnt.
Andere visie nodig voor de toekomst van werk
Daarom zouden managers een andere visie op werk en werknemers moeten ontwikkelen. Werk is in die visie niet een kostenpost waarop bezuinigd moet worden en werknemers zijn in deze visie een belangrijke asset.
De tech-sector (AI-bedrijven) zouden meer tools moeten ontwikkelen die werknemers helpen, in plaats van instrumenten te ontwikkelen waarmee controle makkelijker wordt. Daarnaast zouden mensen die het werk doen een stem moeten krijgen in de vraag welk werk geautomatiseerd kan of moet worden. Het klinkt logisch en dat is het ook: zij weten beter welk werk efficiënter of zelfs automatisch kan.
De vraag die in dit stuk gesteld wordt is een belangrijke: wie profiteert er van AI, werkgevers of werknemers? En wie krijgt een stem in het beslisproces rondom AI? Vragen die nog weinig gesteld worden – en best wat meer aandacht mogen krijgen.
Vond je dit interessant? Hier vind je de andere artikelen die ik over AI heb geschreven. Wil je in een lezing of keynote meer te weten komen over kunstmatige intelligentie? Hier vind je meer informatie over mijn lezing Wegwijs in AI.
