Skip to main content

Moeten we AI nog wel intelligent noemen, vroeg Micha Wertheim zich in de oudejaarsconference van 2023 af. Echt intelligent zou toch betekenen dat ChatGPT een scholier niet een werkstuk van vijf kantjes in één minuut serveert, maar zegt: “Nee flapdrol, dat gaan we niet doen, want daarom zit je op school.” Wertheims grap illustreert de uitdaging waar docenten en schooldirecteuren mee worstelen. Hoe moeten scholen omgaan met AI-tools als ChatGPT? En is het kwalijk als leerlingen huiswerk met AI maken?

Zo verandert AI het onderwijs

Laten we allereerst stilstaan bij de vraag wat er precies gebeurt als leerlingen of studenten hun schoolwerk laten maken door AI. We zouden dat kunnen zien als een ‘cognitieve uitbesteding’ van denktaken aan technologie. Zo legt Barend Last het me uit, die werkzaam is als onderwijsdeskundige en het boek Chatten met Napoleon schreef, een boek over AI en het onderwijs: “In sommige gevallen is die cognitieve uitbesteding prima. Ik kende tien jaar geleden alle telefoonnummers van mijn vrienden uit mijn hoofd, nu ken ik nog er nog maar twee. Is dat erg? Niet per se. Alleen het noodnummer is vandaag nog essentieel om uit je hoofd te kennen, je vrienden kun je inmiddels op talloze andere manieren bereiken. Die vergelijking kan je doortrekken naar het schoolwerk van leerlingen: hoeveel moeten we uit ons hoofd leren, wat moeten we nog zelf kunnen en is het oké als we sommige taken uitbesteden?”

Volgens Last is het belangrijk om erbij stil te staan dat er altijd sprake is van een uitruil bij het uitbesteden van taken aan technologie: “Er is een experiment gedaan met studenten die feedback gaven aan hun medestudenten. Dankzij AI konden ze betere feedback geven. Toen ze AI echter niet meer mochten gebruiken, vielen ze terug op het niveau van voordat AI ze ondersteunde. Kortom, ze hadden er niet van geleerd en er ontstond afhankelijkheid van de technologie. De vraag is of dat wenselijk is.” Er zijn meer voorbeelden van technologische ondersteuningen die ervoor zorgen dat we minder goed presteren. We kunnen steeds minder goed navigeren door de komst van gratis online kaarten en GPS-systemen. Spelling en grammaticaregels raken verleerd door (toedoen van) de autocorrectie-functie, zoals bij WhatsApp. Het is goed om erbij stil te staan dat het verlies van vaardigheden door de komst van technologie niet alleen een probleem in het onderwijs is.

AI bedreigt schrijfvaardigheid

Remco Pijpers, strategisch adviseur digitale geletterdheid en ethiek bij Kennisnet, waarschuwt dat er door de komst van AI in het onderwijs iets waardevols verloren gaat: “Het is aannemelijk dat leerlingen minder goed worden in schrijven als een tool dat meer voor ze gaat doen.” Dat is natuurlijk de voornaamste toepassing van een groot taalmodel als ChatGPT: leerlingen gebruiken generatieve AI om teksten samen te vatten en schrijven, zodat ze dat zelf niet hoeven te doen.

De verschillende experts laten verschillende geluiden horen over het belang van (leren) schrijven. Last denkt dat schrijven in ‘ons deel van de wereld’ belangrijker is dan elders: “Maar er zijn stammen in Afrika die minder lezen dan wij en zich prima redden. Sommigen maken zich zorgen dat we dommer worden door AI, maar die zorgen waren er ook toen het schrift werd uitgevonden. Slimmer of dommer is daarbij ook normatief. Wat is slim?” Erdinç Saçan vraagt zich af of het een probleem is als we over tien jaar minder goed kunnen schrijven, omdat we het voor een groot deel uitbesteden aan AI-tools. Saçan is docent en onderzoeker bij Fontys. “Wie weet kunnen we over tien jaar een stembericht naar de gemeente sturen. Als de overheid zijn dienstverlening aanpast aan de ontwikkelingen van AI, dan is het de vraag of het nodig is om nog te leren schrijven.”

Aan het andere eind van dit spectrum staat Pijpers, die wijst op het belang van (leren) schrijven: “Schrijven helpt om gedachten op een rij te zetten, het heeft een vertragende werking en zorgt daardoor voor diepgang. Schrijven is fundamenteel om verder te komen in je denkproces en verschilt in dat opzicht van praten.” Hij roept op om ervoor te zorgen dat kinderen blijven leren schrijven. Siri Beerends maakt zich zorgen dat de mensheid minder diepgang kent door de komst van kunstmatige intelligentie: “Als je zelf nooit schrijft of leest, dan ontwikkel je geen eigen binnenwereld van waaruit je het leven kunt bezien. Schrijven zorgt voor reflectie en is niet te vergelijken met het maken van een prompt.”

Risico’s van AI in het onderwijs

De kans bestaat dat generatieve AI ervoor zorgt dat we ons minder goed kunnen uiten. Maar dat is niet het enige risico bij het gebruik van AI in het onderwijs. Leerlingen die niet snappen hoe AI werkt, zouden foutieve uitkomsten van ChatGPT klakkeloos kunnen overnemen.

Volgens Pijpers, ook auteur van het kinderboek Geh@ckt, is het daarom belangrijk dat er op scholen geleerd wordt wat er onder de motorkap van tools als ChatGPT zit, bijvoorbeeld door gebruik te maken van speciale modules: “Het AI Pedagogy Project van Harvard helpt docenten om hun studenten te betrekken in gesprekken over de mogelijkheden en beperkingen van AI, op basis van praktische experimenten. Zo leren leerlingen zich kritisch te verhouden tot dit soort technologie en ontdekken ze dat AI-tools geen foutloze oplossingen bieden.” Die foutieve antwoorden ontstaan onder meer doordat AI-tools getraind zijn met online informatie, die niet altijd klopt. Als leerlingen blind vertrouwen op de uitkomsten van AI-tools, dan bereiken de onwaarheden op het internet nog meer mensen.

Vergroot AI de kloof?

Er is nog een ander risico waar rekening mee gehouden moet worden als het gaat over AI en het onderwijs, namelijk dat de kloof tussen jongeren groter wordt. “Sommige leerlingen hebben toegang tot betaalde versies van AI-tools, leren van hun ouders hoe ze met AI moeten werken en krijgen alle gelegenheid om ermee te experimenteren. Zij hebben een duidelijke voorsprong op leerlingen die die kansen niet hebben. Als AI een steeds belangrijkere technologie wordt, dan is deze kloof problematisch”, aldus Pijpers.

Saçan benadrukt dat er niet alleen ongelijkheid is tussen leerlingen, maar ook tussen leraren. “Sommige docenten zijn veel minder vaardig op het gebied van IT dan hun collega’s. Moeten we van hen verwachten dat ze leerlingen leren om met de nieuwste AI-tools te werken? Er is nou eenmaal een groep docenten die we niet meekrijgen in deze technologische verandering. Er ligt een duidelijke opdracht voor het onderwijs: zorg ervoor dat leerlingen niet de dupe zijn van docenten die niet digitaal vaardig zijn.”

Moeten scholen ChatGPT verbieden?

Moeten onderwijsinstellingen het gebruik van ChatGPT maar verbieden, als leerlingen hun huiswerk niet meer zelf maken? Volgens Pijpers heeft dat weinig zin: “Leerlingen gaan er thuis toch wel mee aan de slag. Je zou kunnen afspreken dat leerlingen het vermelden als ze een opdracht met AI hebben gemaakt en daarbij vermelden wat ze ervan hebben geleerd. En net zoals de smartphone het klaslokaal niet meer in mag, zou ChatGPT dat ook niet meer mogen, tenzij er les wordt gegeven in hoe die systemen werken.” Volgens Saçan is onderwijs in AI van economisch belang: “Het bedrijfsleven verwacht immers dat leerlingen bepaalde digitale skills ontwikkelen.” Tegelijk is het volgens Pijpers van belang dat leerlingen kritischer worden op het gebruik van AI: “Zo leren ze erbij stilstaan dat elke vraag die ze aan AI stellen impact heeft op het klimaat. Dat maakt ze hopelijk terughoudender in het gebruik van AI.”

Leerlingen gaan vernuftig te werk om ChatGPT-verboden te omzeilen, vertelt Erdinç Saçan: “Een docente dacht het gebruik van AI onmogelijk te maken toen ze leerlingen de opdracht gaf om thuis een kladversie te schrijven en die op school uit te typen. Wat deden de leerlingen? Die gebruikten ChatGPT om het huiswerk te maken en maakten er met de hand een kladversie van, die ze vervolgens mee naar school namen om die uit te typen.” Hij wijst erop dat zo’n opdracht in feite symptoombeheersing is. Het onderwijs zou moeten veranderen door de komst van generatieve AI: “We leven nu in een wereld waarin leerlingen hun huiswerk laten maken door ChatGPT en docenten ChatGPT gebruiken om het huiswerk na te kijken. Dat is gekkenwerk. Docenten zouden hun lesmateriaal moeten aanpassen op AI. Vraag leerlingen bijvoorbeeld niet meer om een essay over de Franse revolutie te schrijven, maar om het door AI gemaakte essay na te kijken.”

Barend Last wijst daarbij op een ander probleem: het is haast onmogelijk om fraude met ChatGPT met zekerheid te ontdekken. “Veel docenten geloven dat je ChatGPT kan vragen of een schoolopdracht door ChatGPT is gemaakt. Ik heb slecht nieuws: daar is niets van waar. ChatGPT is daar niet voor gemaakt en kan daar dus geen uitsluitsel over geven. Voor de specifiek ontwikkelde detectietools is het erg lastig om te ontdekken of een tekst door AI gemaakt is of niet. Met een paar kleine aanpassingen in de tekst houden leerlingen zo’n tool voor de gek. Er zijn zelfs tools die deze wijzigingen voor leerlingen aanbrengen.” In de AI-plagiaat-wedloop trekken docenten dus aan het kortste eind.

Tot slot

Dit artikel is afkomstig uit het boek ‘AI, voorbij de hype’, dat je via deze pagina bestelt. Wil je in een lezing meer te weten komen over kunstmatige intelligentie? Hier vind je meer informatie over mijn keynote over AI en onderijs.