Volgens trendwatchers vergaderen we straks in de Metaverse. Hebben ze gelijk of zal deze virtual reality toch een energieverslindende hype blijken? Die vraag probeer ik te beantwoorden in een longread in HP/ De Tijd.
Digitaal trefbal
De Metaverse, je hebt er misschien wel eens over gehoord, maar je bent er waarschijnlijk nog niet geweest. Het is een digitale werkelijkheid waarin we binnenkort vergaderen, samenkomen of bijvoorbeeld concerten bijwonen. Althans, dat is de verwachting van deskundigen. Onderscheidend aan andere vormen van het internet, is dat hier de fysieke en digitale realiteit samenkomen. Je zet bijvoorbeeld een VR-bril op en waant je in een festivalterrein, terwijl je je woonkamer niet hebt verlaten. Trendwatchers verwachten dat dit de ‘volgende versie van het internet is’. Net zoals social media-platformen als Facebook (nu Meta geheten) het internet ook voorgoed veranderden. Er zullen verschillende Metaverses zijn, elk met een ander doel, en na verloop van tijd wordt het mogelijk om te bewegen tussen de verschillende Metaverses.
Wie op een leuke manier wil ervaren wat de Metaverse ongeveer is, kan een voorproefje krijgen in de enkele VR-hallen die de laatste jaren in Nederland hun deuren openden. Deelnemers zetten een VR-bril op en kunnen diverse spellen spelen. De ervaring is indringender dan bij een traditionele game. Deelnemers zien zombies op zich aflopen, kijken over de rand van de afgrond of besturen een raceauto die overtuigend een echte rijervaring nabootst. Hado, een Japans VR-spel, wordt inmiddels wereldwijd door miljoenen mensen gespeeld. Het is een soort trefbal in Virtual Reality, dus je gooit digitale ballen in plaats van fysieke. In Nederland kan je het onder meer in Venlo, Amsterdam en Kortrijk spelen.
Trendwatchers noemen Metaverse ‘booming‘
Niemand heeft een glazen bol, maar trendwatchers zouden trendwatchers niet zijn als ze geen duizelingwekkende voorspellingen zouden doen. Tegen 2025 zou een kwart van de bevolking één uur per dag in de Metaverse doorbrengen. SalesForce verwacht dat de Metaverse-markt in 2024 zo’n 800 miljard dollar waard is. Nu al brengen digitale skins – dat is virtuele kleding die jongeren dragen in de populaire game Fortnite – zo’n 40 miljard dollar per jaar op.
Dat klinkt absurd en dat is het misschien ook. Maar wie een blik in de toekomst wil, doet er goed aan het gedrag van tieners te analyseren, want zij zijn de consumenten van de toekomst. Tieners bewegen zich in de Metaverse, rekenen daar af met cryptovaluta, zoals Bitcoin en Ethereum, en kopen er digitale goederen, die NFT’s worden genoemd, oftewel: Non-Fungable Tokens.
Zakgeld op aan digitale kleding
“Ook mijn jongste zoon kocht skins voor zijn avatar in Fortnite. Al zijn zakgeld ging op aan die digitale outfits. Natuurlijk was ik eerst een beetje verbaasd”, vertelt Jan van Boesschoten, innovatiemanager van AMS-IX. Hij volgt de Metaverse met bijzondere interesse. “Aan de andere kant dacht ik: als hij dat leuk vindt, wie ben ik dan om hem dat als ouder niet te gunnen? Elke generatie verbaast zich om de voorkeuren van de generatie na zich; mijn ouders deden dat net zo. Ik ken mijn plaats en ben me ervan bewust dat ik me op een tijdlijn begeef. De technologie die ik heb zien ontwikkelen, zoals smartphones en internet, zijn voor mijn kinderen vanzelfsprekend. Het gaat er niet om wat de oudere generaties ergens van vinden. De toekomst wordt gemaakt door jongeren.”
Die toekomst ziet er ongeveer zo uit: ze kijken geen tv en hebben vaak oortjes in. Ze communiceren de hele dag door op verschillende online media en brengen veel tijd online door. “Wie al de hele dag online is en zich als digitale avatar in een game beweegt, vindt het niet zo’n grote stap om te betalen met cryptomunt en te investeren in NFT’s. Deze digital natives wijzen ons de weg naar de toekomst en die toekomst is veel meer digitaal dan het heden.”
‘Metaverse verandert internet ingrijpend’
Van Boesschoten werkt bij AMS-IX, het belangrijkste internetknooppunt van de wereld. Rondom dit Amsterdamse internetknooppunt ‘woont het internet’. Informatie – of data – is namelijk altijd fysiek, een bit aan informatie heeft energie en opslag nodig, waarmee zo’n bit ruimte inneemt. Die informatie wordt opgeslagen in datacenters. Dat zijn gigantische, vierkante gebouwen waar in haast eindeloze gangen servers met data ervoor zorgen dat we 24/7 toegang hebben tot populaire Netflix-series als Narcos en dansjes op TikTok.
Van Boesschoten werkt al langer met het internet. “Sinds 1995, om precies te zijn. Destijds verklaarde men me voor gek, weinig mensen waren immers nog online. We kijken nu even raar op als iemand vertelt met de Metaverse te werken. Ik denk dat de Metaverse net zo’n impact gaat hebben als de komst van het internet destijds had. Dat durf ik zelfs te zeggen nu de Bitcoin (een digitale valuta die een grote rol speelt in de Metaverse, AM) zo laag staat (dit interview vindt plaats in juli, de Bitcoin kelderde destijds van 36.000 naar 18.000 dollar). De Metaverse, NFT’s en cryptovaluta gaan onze economie ingrijpend veranderen.”
Voordelen van digitale realiteit
Waarom kunnen we niet om de Metaverse heen? Volgens de innovatiemanager komt dat omdat de Metaverse een paar concrete voordelen heeft. “Als we nu online met elkaar afspreken, doen we dat in een Zoom-call. Dat is saai. Hoe cool is het om je, als digitale avatar, in een online omgeving te bewegen en concerten te bezoeken, colleges te volgen of deel te nemen aan congressen? De lockdowns leerden ons dat we veel dingen online kunnen doen. Veel meer zaken worden digitaal of verlopen inmiddels al virtueel. Ik denk dat niemand kan zeggen: ik laat de Metaverse wel aan me voorbijgaan. Tenzij je denkt binnen vijf jaar dood te gaan. Mijn verwachting is namelijk dat over vijf jaar de meeste Nederlanders wel eens een congres of meeting hebben gehad in de Metaverse.”
Veel bedrijven kijken watertandend naar de mogelijkheden die deze digitale realiteit biedt. Heineken, Adidas, Coca-Cola en Nike: ze experimenteren allemaal met de Metaverse. Facebook veranderde zelfs zijn naam in Meta, zo belangrijk acht het grote tech-bedrijf de Metaverse. Critici beschouwen de naamsverandering echter als een doorzichtige PR-truc om de imagoproblemen – nepnieuws, polarisatie, haatzaaiing, etc. – van Facebook te doen vergeten. Een tech-criticus verzuchtte: Facebook heeft geen zin om de bestaande problemen op te lossen, maar Meta kijkt uit naar nieuwe problemen.
Aanranding in virtuele werkelijkheid
Problemen in de Metaverse zijn er overigens genoeg. Nina Jan Patel betrad Meta’s Metaverse – Horizon World – om te werken aan een veilig Metaverse voor kinderen. Dat liep – nogal – anders dan ze gepland had. Binnen een minuut nadat ze zich aanmeldde, werd ze “verbaal en seksueel lastiggevallen door drie of vier mannen. Ze hebben mijn avatar aangerand en namen er foto’s van. Toen ik weg probeerde te komen, riepen ze: “doe niet alsof je het niet leuk vond.” Tot op zekere hoogte, reageerde ik alsof het in de echte werkelijkheid gebeurde.”
Een andere vrouw werd binnen een uur op het platform misbruikt door een aantal mannen, terwijl anderen toekeken. Op een feest werd ze naar een privékamer geleid, waar de anderen haar vroegen haar instellingen aan te passen, zodat andere gebruikers dichter bij haar in de buurt konden komen. Het onderzoeksrapport dat hier verslag van doet, beschrijft dat ze hier “werd verkracht door een gebruiker die haar bleef zeggen dat ze zich moest omdraaien, zodat hij haar van achter kon nemen en andere gebruikers konden toekijken.” Een andere gebruiker keek ernaar, greep niet in en gaf een fles wodka door. Is deze digitale ervaring ook echt? Voor onze hersenen maakt het weinig uit: we passen ons offline gedrag aan door eerdere online ervaringen. Dit wordt het Proteus-effect genoemd: ons gedrag wordt beïnvloed wordt door digitale avatars of ervaringen op datingsites. Dat belooft weinig goeds.
Metaverse is milieuvervuilend
Er zijn niet alleen zorgen over de veiligheid in de Metaverse; ook de veiligheid van de planeet komt in het geding als we en masse gebruik gaan maken van de Metaverse, stellen critici. De Metaverse vraagt om veel datacenters en die digitale blokkendozen zijn niet bepaald energiezuinig, weten we inmiddels. Volgens Van Boesschoten beschikt Nederland gelukkig over veel groene stroom, maar is ons land slachtoffer van dat succes. De beschikbaarheid van groene stroom zorgt dat grote tech-bedrijven hier maar wat graag hun datacentra willen plaatsen. Dat leidt geregeld tot flink protest, zoals bij het datacentrum van Meta (voorheen Facebook) in Zeewolde. Meta ziet inmiddels af van de plaatsing van het datacenter.
“Het nadeel is: deze datacenters gebruiken veel ruimte en groene stroom, waardoor er weinig overblijft voor andere zaken. Hier ligt een taak voor de landelijke politiek, die de regie moet nemen. Het internet is de digitale snelweg en daarmee een levensbehoefte van veel mensen, dus verwacht men dat het – net als de fysieke snelweg – door het Rijk onderhouden wordt. De vraag blijft: hoe kunnen we de Metaverse vormgeven zonder het milieu te belasten.” Niet alleen de Metaverse, ook de valuta in dit digitale land kost veel stroom. Het minen (ontginnen) van digitale valuta als Bitcoin en de achterliggende architectuur (blockchain) zijn dikwijls energiegrootverbruikers. Alleen het Bitcoin-netwerk verbruikt nu al meer stroom dan een land als Zweden, terwijl de munt pas door een kleine minderheid gebruikt wordt. Klimaatgroepen eisen dan ook dat digitale valuta minder stroom gaan gebruiken.
Not a code, a lifestyle
Hoewel Van Boesschoten verwacht dat we pas over vijf jaar massaal gebruikmaken van de Metaverse, is er in Nederland de laatste tijd steeds meer aandacht voor. Edmund Howard was eerst werkzaam in de reclamesector, maar richt zich nu fulltime op de Metaverse. Samen met drie vrienden uit de culturele sector organiseerde hij het eerste Metaverse-event in Amsterdam: MET AMS. Ook hij rept over een tijdlijn van vijf jaar, maar Howard verwacht dat de digitale werkelijkheid meer impact zal hebben: “We zijn er vroeg bij, maar over vijf jaar is deze wereld waarschijnlijk belangrijker dan de fysieke wereld”, vertelt hij aan Het Parool.
Een man in T-shirt – hét outfit van de moderne tech-CEO – over de voordelen van de Metaverse. Influencers zullen hun fans meenemen naar deze digitale realiteit, zo verwacht hij, wat voor een miljoenenpubliek zal zorgen. De zaal zit vol honderden, jonge, internationale bezoekers. Eén van hen draagt een trui met de tekst ‘NFT isn’t just a code, it’s a lifestyle’. De presentaties zijn gelikt en maken ons duidelijk dat de Metaverse veel commerciële kansen biedt.
Een artiest vertelt dat ze één miljoen dollar per jaar verdiende dankzij haar digitale kunst. Een andere spreker vertelt over de waardestijging van het land in de Metavere. Welkom in de woningmarkt van 2022: zelfs virtueel vastgoed is een speculatieobject. De verwachting is dat land in de Metaverse, zoals in Sandbox, meer waard wordt. Sommige URL’s, adressen op het internet, zijn de afgelopen jaren ook flink in waarde gestegen. Wie het adres business.com kocht, was later spekkoper. Dit webadres werd namelijk voor 7,5 miljoen dollar verkocht. De verwachting (of beter gezegd: hoop) van kopers van digitaal land, is dat dit ook gebeurt met adressen in de Metaverse. Sommige NFT-games, zoals Ember Sword, proberen juist speculanten te weren.
Digitale kleding is goud waard
De presentator van de Metaverse-conferentie vertelt hoe de mens in feite een onbehaarde aap is, die zich mooi aankleedt, in de hoop niet voor een onbehaarde aap aangezien te worden. Dat zal ook in de Metaverse gebeuren, verwacht hij. Jürgen Alker van Highsnobiety legt in dat panel uit waarom de huidige modewetten ook online gelden: “We zijn steeds meer tijd online, dus is het logisch dat we er daar ook goed uit willen zien. We hebben allemaal genoeg kleding in huis, maar we kopen nieuwe kleding om op te vallen of om ons uit te drukken. Online zien straks nog meer mensen ons dan in het dagelijks leven. Natuurlijk wil je er dan ook daar goed uitzien.” Een ander panellid adresseert het contra-intuïtieve van NFT’s: met een klik op de muis dupliceer je een NFT, maar door schaarste te creëren, stijgt de prijs. Dat gebeurt onder meer met de digitale skins, de kleding die gamers aanschaffen voor hun karakter in Fortnite.
Schaarste creëren in de Metaverse heeft alle schijn van een dystopisch project. Luxemerken als Gucci zouden in principe een oneindig aantal digitale truien – NFT’s – kunnen maken. Met een druk op de knop maken ze immers een nieuwe NFT, die door minder rijke consumenten gedragen kunnen worden, wat de originele belofte van het internet (democratisering) zou inlossen. Het kopiëren van een NFT is even makkelijk als het kopiëren van een bestand op je bureaublad, gewoon een kwestie van copy-paste. Bij fysieke truien is dat anders, want daar zijn arbeidskosten en fysiek materiaal voor nodig. Veel NFT’s worden gemaakt door slimme algoritmes of kunstmatige intelligentie. Sterker nog: het is gouden business. Een NFT die ontwerpen was door AI, verkocht bij Christies voor 434.500 dollar.
Metaverse is weinig idealistisch
Dat is misschien wel het belangrijkste kritiekpunt op de manier waarop de Metaverse nu ingericht wordt; deze digitale werkelijkheid kunnen we vormgeven zoals we willen, maar we kiezen ervoor om de economische wetten van het huidig kapitalisme te laten gelden. Dat systeem werkt – zoals bekend – als volgt: elk kwartaal moeten bedrijven meer winst genereren, zodat aandeelhouders beloond worden. Inmiddels zien steeds meer mensen in dat dit systeem eindig is: er is immers maar één aarde, waardoor er niet oneindig meer geproduceerd kan worden dan het kwartaal daarvoor.
Ideeën als de donut-economie (waarin ook welzijn, gelijkheid en het milieu een plaats krijgen) worden populairder en vinden hun weg naar boardrooms. De Britse hoogleraar Tim Jackson, auteur van het boek Voorbij de groei, plaatst al langere tijd vraagtekens bij dit systeem. “We zijn afhankelijk geworden van groei”, vertelt hij aan de Belgische krant De Standaard. “De uitdaging is om die afhankelijkheid af te bouwen door bestaande systemen te doorbreken. Het idee dat groei nodig is omdat er geen alternatief is, kan ongedaan worden gemaakt. Waar het om gaat, is de mogelijkheid om een andere manier van leven voor te stellen, minder materialistisch, minder afhankelijk van energieconsumptie, minder gericht op rendement. In plaats van te benadrukken wat we niet meer zullen hebben in een postgrowth-samenleving, zouden we moeten onderstrepen wat we wel zullen hebben: gezondheid, zelfontplooiing, een niet-materialistische kijk op de wereld. Een beter leven is haalbaar. Maar dat gaat niet lukken als je de markt laat spelen, of individuele overwegingen.”
Metaverse: laatste strohalm van kapitalisme
Van Boesschoten draait het liever om: de Metaverse is volgens hem de laatste strohalm van het huidige kapitalisme dat oneindige groei nodig heeft. “Er is maar één aarde, dus is het onmogelijk om offline tot in het oneindige meer goederen te produceren. Online kan dat echter wel. Het produceren van een nieuw digitaal kunstwerk of shirtje is zo goed als kosteloos. Als je het design overlaat aan kunstmatige intelligentie, dan is ook het ontwerp geautomatiseerd en zijn er alleen energiekosten gemoeid bij de productie en kosten voor het gebruik van de blockchain. Je zou ook kunnen zeggen: als ons consumptiegedrag zich naar de Metaverse verplaatst, dan zou dat positief zijn. Digitaal kunnen we immers oneindig produceren en consumeren. De Metaverse kan een duurzame, oneindig draaiende motor van de economie worden, zolang er genoeg groene stroom voor handen is.”
Dat laat ons achter met een weinig opbeurend toekomstbeeld. Fysieke ontmoetingen maken straks plaats voor digitale conferenties en concerten, in een online ruimte waar vrouwen zich niet veilig voelen en die gigantisch veel stroom kost. Daar kopen we tot in de oneindigheid automatisch geproduceerde truien en kunstwerken, zodat ons economisch kaartenhuis niet instort. Hoe klonk de Vodafone-reclame? Dat is waar ook: The future is exciting. Ready?