Skip to main content

Tijdens de corona-pandemie ontdekten we dat veel werk ook vanuit huis gedaan kan worden. De surveillance-technologie die werknemers tijdens de pandemie in de gaten hield, is bij veel bedrijven nog actief. Maar werkt dat wantrouwen niet contraproductief? Zijn er geen slimmere en ethischere oplossingen op het gebied van productiviteit?

Productiviteit en vertrouwen

Tijdens de lockdowns brachten veel laptopwerkers (bij een gebrek aan een beter woord) hele dagen door achter Zoom en Teams en veranderden hun huis in een kantoor. Deze crisissituatie maakte onderliggende waarden als wantrouwen en controledrift zichtbaar. De Europese Commissie becijferde namelijk dat de vraag naar surveillancesoftware tijdens de eerste lockdown wereldwijd met 108 procent steeg ten opzichte van het jaar ervoor. Er werd maar liefst 1.705 procent vaker gezocht naar ‘How to monitor employees working from home’ in die periode. Ook toen de pandemie al langer duurde, steeg de vraag naar surveillancesoftware. Capterra zag de vraag naar geprogrammeerd wantrouwen in 2021 met 60 procent stijgen.

Merk op: eenmaal geïnstalleerde surveillance-software wordt zelden verwijderd, net zoals het makkelijker is een wet in te voeren dan er een af te schaffen. Werknemers hebben maar te dealen met software die hun werkzaamheden op de computer volgen. ‘Alsof het de prijs is die ze moeten betalen om op afstand te mogen werken’, aldus Eurofound, een Europese Stichting tot verbetering van de levens- en arbeidsomstandigheden.

Averechts effect

Het toegenomen toezicht op de werkvloer is daarbij geenszins productief. Integendeel, het zorgt er juist voor dat werknemers zich minder verantwoordelijk voelen voor de doelen van de organisatie waar ze werken. Uit onderzoek van Harvard Business Review blijkt dat werknemers die weten dat ze in de gaten worden gehouden, vaker geneigd zijn om niet-goedgekeurde pauzes te nemen, instructies te negeren, eigendommen op de werkplek te beschadigen, kantoorapparatuur te stelen en doelbewust in een langzaam tempo te werken. Wie weet dat hij gecontroleerd wordt door een leidinggevende gaat zijn meerdere verantwoordelijk houden voor het vertoonde gedrag. Cijfers wijzen uit dat het niet naïef is om een ander te vertrouwen, maar juist effectief.

Over technologie en productiviteit gesproken: Mathijs Bouwman merkte in het FD op dat we in een tijd van razendsnelle technologische ontwikkeling leven, (“robots en kunstmatige intelligentie”), maar de productiviteit lang niet meer zo snel stijgt als vroeger. Dat komt volgens ons omdat we niet effectief werken met minder nieuwe technologie, zoals email, social media en smartphone.

Productiviteit begint online

We kunnen ons steeds minder lang concentreren door alle (zinloze, maar aantrekkelijke) afleiding die social media ons bieden. De gemiddelde kantoormedewerker kan zich momenteel drie minuten op een taak concentreren. De gemiddelde laptopwerker is 2,5 tot 3 uur per dag aan het mailen, ongeveer een derde van de werkdag. Meer dan acht op de tien kantoormedewerkers heeft zijn mailbox altijd openstaan, waardoor zij onnodig veel afgeleid wordt.

Werkgevers dwingen productiviteit niet af door werknemers in de gaten te houden. Beter is om ze te leren hoe ze informatiestromen onder controle brengen. De productiviteit stijgt pas echt als we op een minder domme manier leren omgaan met slimme technologie. Als founder van Aandachtswerk leer ik teams hoe ze daarmee aan de gang gaan. Hier vind je meer info over lezingen en workshops op het gebied van slimmer werken.

Ik schreef dit stuk samen met Sijmen van Wijk.